In het lijf van elke mama en papa zitten een heleboel kleine celletjes. Die hebben ze nodig om te kunnen lopen, eten, praten en lachen. Maar soms groeien er ook boze celletjes. Die heten kankercellen en zijn heel gemeen. Ze groeien maar door en duwen de goede cellen weg. Al snel zijn er veel te veel. Ook verstoppen ze zich soms. Daarom moet mama of papa naar de dokter.