Als je papa of mama kanker heeft, verandert er meestal veel. Dat is wel even wennen.
Vaak naar het ziekenhuis
Iemand die kanker heeft moet vaak naar het ziekenhuis. Voor onderzoek, om met de dokter te praten, voor chemotherapie of bestraling. Soms is dat ziekenhuis dichtbij, soms ook niet. Wil je zien waar je papa of mama naar toe gaat? Vraag dan of je mee mag. Kijk goed om je heen en vraag als je iets niet begrijpt.
Logeren en/of overblijven
Soms lukt het je papa of mama om naar het ziekenhuis te gaan op de tijden dat jij op school zit. Maar vaak lukt dat ook niet. Dan moet je dus extra overblijven of naar de buitenschoolse opvang. Het kan ook zijn dat je papa of mama een paar nachten moet blijven. Dat kan betekenen dat jij bij een vriendje gaat slapen of dat opa of oma komt logeren.
Van slag
De meeste papa's en mama's zijn een tijdje van slag als ze kanker hebben. Ze zijn in de war en verdrietig. Dat zeggen ze meestal niet, maar je merkt het wel. Soms helpt het als je ze troost of een knuffel geeft. Maar zeg het ook als je zelf verdrietig of in de war bent. Ook dat helpt!
Kankercellen in het hoofd
Papa’s of mama’s met een hersentumor of kankercellen in het hoofd worden soms zomaar heel erg boos, zeggen dingen waar je niets van begrijpt of weten opeens je naam niet meer. Dat is hartstikke verdrietig. Is er iemand die je hier een beetje bij kan helpen? Een oom of tante bijvoorbeeld of de buurvrouw of opa of oma. Kijk ook nog even bij ‘Wat helpt’ of misschien heb jij een veel beter idee en kun je ons dat mailen.
Van kanker word je moe. Jijzelf, maar ook je papa of mama. Van al dat geren naar het ziekenhuis, van de medicijnen, van de bestraling, van alle piekergedachten. Een papa of mama met kanker zal dus vaker op de bank hangen dan een gezonde vader of moeder. Meestal gaat dat na een tijdje weer over, maar het kan ook zijn dat je papa of mama nog heel lang moe blijft.
Samen leuke dingen doen
Tijdens de behandeling zal je papa of mama minder vaak mee kunnen naar school of een sportwedstrijd. Dat wil niet zeggen dat er niets meer kan. Als je je eigen kamer opruimt, je eigen bed opmaakt of de tafel afruimt kan papa of mama even uitrusten en kun je misschien toch nog samen leuke dingen doen.
