Ouders en vrienden

Hoewel deze site in de eerste plaats voor kinderen is, is het toch fijn om als ouder ook zelf informatie te krijgen. Want kanker hebben en tegelijkertijd je kinderen grootbrengen is een hele klus en ook in uw hoofd zullen vragen rondspoken.  Misschien zegt u na het lezen ‘gelukkig, de reacties van mijn kinderen zijn eigenlijk heel gewoon’  of: ‘ik doe het eigenlijk best goed!’ Het kan ook zijn dat u nieuwe ideeën opdoet. Kijk en luister nog eens goed naar uw kinderen en lees de informatie op deze site rustig door. Hopelijk geven de voorbeelden inzicht in wat er in uw kinderen omgaat en voelt u zich gesterkt door de tips en adviezen.

001-owel Doet u er goed aan om uw kinderen te vertellen dat u kanker heeft of kunt u het beter verzwijgen? En welke reacties kunt u verwachten? Het liefst zou u het hen willen besparen. Maar kan dat eigenlijk wel? Het zijn vragen die u bekend in de oren zullen klinken. Toch is openheid belangrijk. Want alleen dan kunnen uw kinderen er iets mee. En u kunt hen leren hoe met verdriet, zorgen, boosheid en angst om te gaan.

Openheid
De ervaring leert dat 'gewoon' vertellen wat er aan de hand is, de minste problemen oplevert. Doet u het niet dan loopt u het risico dat uw kind er op een andere manier achter komt. Want kinderen hebben voelsprieten. Ze zien en horen alles. Hun vader die met rode ogen uit de slaapkamer komt, oma die plotseling op de stoep staat, een telefoon die steeds maar gaat, ze voelen haarfijn aan dat er iets mis is.

Als kinderen niet weten wat er aan de hand is, gaan ze zelf op zoek naar verklaringen. En hun fantasie is vaak erger dan de werkelijkheid.

Het is niet erg als uw kinderen uw emoties zien, maar probeer te voorkomen dat u overstuur raakt. Geef niet te veel informatie tegelijk en gebruik woorden die de kinderen begrijpen. Begin met te vertellen wat u hebt, waarom daar iets aan gedaan moet worden en welke behandeling u krijgt. Deze site kan u daarbij helpen. U vindt voor elke leeftijd informatie over kanker, behandelingen en gevoelens.
Het is niet verstandig om het woord 'kanker' te omzeilen. De kinderen worden op een dwaalspoor gebracht en horen het misschien van hun vriendjes in plaats van hun eigen vader of moeder. Bedenk dat de angst meestal bij uzelf zit. Hoe groter de angst, hoe moeilijker het wordt om erover te praten. 002-okankerDoor in het eerste gesprek het woord 'kanker' te gebruiken, kunnen de kinderen er alvast een beetje aan wennen en schrikken ze niet zo als iemand anders er plotseling over begint. 002-okbrief
Veel ouders zijn bang dat hun kinderen over de dood beginnen. Er zijn immers heel wat opa's en oma's aan kanker overleden en dus weten de meeste kinderen dat je eraan dood kunt gaan. Best eng als uw kind zo'n vraag stelt, maar wel een goed uitgangspunt voor een gesprek. U kunt immers antwoorden dat er verschillende soorten kanker zijn en dat u juist aan de behandeling begint omdat u hoopt dat het met u goed blijft gaan! 003-oengebrief
puberfoto Het lijkt allemaal zo eenvoudig, maar als je als ouder bent opgegroeid in een 'nergens-over-praten-gezin' kan praten over kanker erg moeilijk zijn.

Leg de lat niet te hoog, maar volg vooral uw gevoel. Kijk goed naar uw kinderen en geef hen zoveel mogelijk de ruimte in wat ze willen zien en horen. Misschien willen ze er nu niet zoveel over weten, maar krijgen ze er in de loop van de tijd toch vragen over. Schroom niet om hulp van anderen in te roepen.
Elk kind reageert op zijn of haar eigen manier op uw ziek zijn. Die reacties zijn afhankelijk van de leeftijd en het karakter van uw kind en van uw eigen reacties. 005-leeft
peuter

Veel ouders denken dat peuters en kleuters te klein zijn om geïnformeerd te worden. Ze zijn nog zo klein en onschuldig, ze snappen er toch niks van. Maar ook kleine kinderen voelen het als er iets mis is. Ze slapen slechter en worden onrustiger.

Vertel in eenvoudige bewoordingen wat er aan de hand is en wat dat op de korte termijn voor gevolgen heeft. Zoiets als: Mama gaat naar het ziekenhuis omdat ze een knobbeltje in haar borst heeft, dat de dokter eruit moet halen. Ze blijft twee nachtjes weg en jij mag bij oma slapen.

Let op: Kleuters en peuters vinden het vaak prachtig om iets rond te bazuinen. Wilt u niet dat de hele buurt weet wat er thuis aan de hand is, leg dan aan uw kind uit wat het wel en wat het niet mag zeggen.

005-2-oleeftbasis

Vanaf een jaar of zeven zijn kinderen vaak erg in feiten geïnteresseerd. Sommigen willen het naadje van de kous weten. De tekst op het kinderdeel van deze site kan u helpen om hen te informeren.

Op deze leeftijd vinden kinderen het vaak fijn als ze mee mogen naar het ziekenhuis. Want zien is weten. Er zijn er ook die een spreekbeurt over kanker houden. Door dit samen voor te bereiden krijgt u de kans om te kijken of uw kind het begrepen heeft. Stimuleer uw kind om niet alleen iets over kanker en de behandeling te vertellen, maar ook over wat het met hem of haar doet.

005-3-oleeftpuber

Naarmate uw kind ouder wordt zal het zich meer met zijn of haar vrienden en vriendinnen bezig gaan houden en minder met u als ouders. Dat kan lastig zijn in de communicatie.

Bedenk dat veel pubers zich als volwassene gedragen maar dat nog niet zijn. Vaak zeggen ze alles wel te begrijpen, maar blijkt achteraf dat er veel vragen zijn. Een aantal van die vragen wordt op hun eigen deel van de site beantwoord. Zorg dat ook uw puberdochter of –zoon betrokken blijft bij hetgeen u meemaakt. Met regelmaat gezamenlijk de week doornemen werkt vaak heel goed.

006-oreactie Eigenlijk reageren kinderen net als volwassenen. Ze zijn verdrietig, bang of boos, lopen rond met schuldgevoelens, voelen zich ongelukkig en in de steek gelaten of doen heel stoer en doen net alsof er niets aan de hand is.
Kinderen kunnen intens verdrietig zijn. Meestal is dat verdriet van korte duur en gaan ze even later verder alsof er niets aan de hand is. Dat is heel gewoon. Kinderen kunnen niet de hele dag met verdriet bezig zijn. Ze leven in het hier en nu. Maar dan komt het zomaar opeens weer naar boven. Tijdens het naar bed gaan bijvoorbeeld, of onder de afwas. Veel kinderen tonen hun verdriet niet. Want net zoals u de neiging heeft om uw kind te beschermen, heeft uw kind de neiging om u te beschermen. Sommige kinderen uiten zich door te schrijven. In hun dagboek bijvoorbeeld of in gedichten. Praat over verdriet. Vertel hoe u zelf met verdriet omgaat. Vertel hen wat helpt en wat niet. Zoek afleiding, huil samen, lach samen, parkeer het verdriet af en toe en neem ook de tijd voor de leuke dingen in het leven.006-1-oreverdr
Veel kinderen zijn bang. Bang voor de ziekenhuisomgeving, voor uiterlijke veranderingen, voor het dreigend verlies van de zieke ouder, voor het verlies van de gezonde ouder of om zelf dood te gaan. Sommige kinderen denken dat kanker besmettelijk is, anderen kennen het begrip erfelijkheid en zijn bang dat zij het ook zullen krijgen. Vertel uw kind dat kanker niet besmettelijk is en dat erfelijkheid een rol kan spelen, maar dat dat heel vaak niet het geval is en dat men daar onderzoek naar kan doen. Praat met uw arts of verpleegkundige als uw kind daar vragen over heeft.006-2-oreangst2006-2-oreangst
Net als volwassenen zoeken kinderen naar oorzaken. Er zijn kinderen die zichzelf de schuld geven van het feit dat hun vader of moeder kanker heeft. Ze denken dat ze iets gezegd, gedaan, of gedacht hebben dat kanker veroorzaakt. Er gaat soms meer in die hoofden om dan u denkt.schuldfotoHet kan ook zijn dat ze het idee hebben dat ze niet goed genoeg hun best doen en dat dat de reden is waarom u bijvoorbeeld niet beter wordt. Vertel uw kinderen dat het niet hun schuld is dat u ziek bent geworden of niet meer beter wordt.006-3-oreschuld
Sommige kinderen zijn boos. Boos omdat de hele wereld veranderd is, omdat thuis 'thuis' niet meer is, omdat het hun vader of moeder is die zo ziek is. Leer uw kinderen om met die boosheid om te gaan.006-4-orebs2
Kinderen lijken soms onverschillig. Ze kunnen of willen hun verdriet niet tonen. Ze hebben behoefte aan afleiding, willen het liefst 'gewoon' zijn. Probeer uw kinderen te respecteren in hoe ze met de situatie omgaan en geef hen de ruimte om het op hun eigen manier en in hun eigen tijd te verwerken.006-5-oreonver
Buik- en hoofdpijn komen vaak voor. Soms is de oorzaak van die klachten eenvoudig te achterhalen. Dan komt het door oververmoeidheid, te laat naar bed gaan, onregelmatig of slechter eten. Of misschien hebben ze gewoon griep, een infectie of ruzie met een vriendje.

Ook het opkroppen van zorgen kan lichamelijke klachten veroorzaken. "Ik heb er buikpijn van" of “mijn hoofd zit zo vol” zijn voor veel kinderen herkenbare uitdrukkingen. Meestal weten uw kinderen zelf wat helpt en wat niet. Afleiding, een beker warme melk, je zorgen met het douchewater door het putje wegspoelen, er zijn een heleboel mogelijkheden.

En dan is er de angst om zelf ook kanker te hebben. Ook die kan klachten tot gevolg hebben. Soms heeft uw kind precies dezelfde klachten als u. Een bezoek aan de huisarts en de geruststelling dat het echt geen kanker is kan helpen.
lichaam
Enkele voorbeelden van ‘normaal’ gedrag:
  • Ze trekken zich in hun schulp terug
  • Ze gedragen zich hulpeloos
  • Ze vragen voortdurend extra aandacht
  • Ze zijn extreem hulpvaardig en erg wijs
  • Ze doen een stap terug in hun ontwikkeling
  • Ze zijn overactief
  • Ze zijn nors of agressief
  • Ze hebben een kort lontje
  • Ze zijn superlief
  • Ze hebben problemen met hun huiswerk of doen het juist héél goed
  • Ze kunnen niet (in)slapen of hebben nachtmerries
  • Ze willen niet meer met vriend(inn)en spelen
Al deze gedragingen vallen onder de categorie 'normaal'.

Het zijn normale reacties op een crisissituatie, maar daarom soms niet minder lastig. Wanneer hulp zoeken? Aanhoudend negatief gedrag is een noodkreet om hulp. Maar ook een kind dat gedurende langere tijd veel te lief is, zit vaak niet goed in z'n vel. Verder zijn aanhoudende lichamelijke klachten een punt van zorg, kinderen die niet meer naar school willen en kinderen die - voordat u ziek werd - al problemen hadden. Klop eens aan bij een goede kennis, een leerkracht, een lotgenoot, een verpleegkundige, de pastor, een kinder- of jeugdpsycholoog. Probeer u niet schuldig te voelen als uw kind een extra steuntje in de rug nodig heeft. Opvoeden is al moeilijk genoeg, laat staan als u ziek bent.

Tijdens uw ziekteperiode moeten uw kinderen misschien wat vaker bijspringen in het huishouden of de zorg. Daar is niks mis mee. Veel kinderen vinden het fijn om iets voor hun ouders te kunnen doen. Ook al zijn het taken die ze anders niet zo snel op zich zouden nemen. Maar soms nemen ze teveel zorg op zich of krijgen ze verantwoordelijkheden die ze niet aankunnen. Schakel hulp van buitenaf in.
schoolfoto Let op het gedrag van uw kind, niet alleen thuis maar ook op school en op de sportclub. Wees vooral bedacht op veranderingen. Zijn er problemen op school? Heeft uw zoon of dochter opeens geen zin meer om naar atletiek te gaan? Is de extreme uitgaander plotseling een thuiszitter geworden?

Informeer de school tijdig over wat er gaande is. Houd de leerkrachten en de mentor op de hoogte en spreek af dat men aan de bel trekt als er iets mis gaat. Geef aan wat u en uw kind van de leerkrachten verwachten. Moeten ze er wel of geen aandacht aan besteden en in welke mate? Is er iemand bij wie uw kind terecht kan? Wijs de leerkrachten op deze site.

Veel kinderen vinden het prettig als de school is ingelicht, maar willen wel dat men gewoon blijft doen. Misschien willen ze een boekbespreking of spreekbeurt houden over kanker.
Als u alleen voor uw kinderen zorgt, dan komt het bericht dat u kanker heeft als een extra grote schok. Maar ook als uw ex-partner kanker heeft, zult u zich afvragen hoe uw kinderen hierin het beste te begeleiden. Voor uw kinderen is het belangrijk dat zij zich omringd weten door volwassenen die er zijn. Daarom is openheid naar familie en vrienden belangrijk. Maak samen plannen wie in kan vallen, wie helpen kan. Aarzel niet een beroep te doen op familie en vrienden, dan weten de kinderen zich ook geborgen.
0010-oall Er zijn mogelijkheden dat u bij ziekte extra steun krijgt voor kinderopvang en een financiële vergoeding voor mantelzorg. Het is belangrijk dat u het voogdijschap en uw nalatenschap op een goede manier regelt. Zorg dat er zoveel mogelijk op papier staat en probeer een vertrouwd iemand te vinden met wie u uw zorgen kunt delen. Vraag professioneel advies aan een notaris hoe u uw testament zo goed mogelijk kunt regelen. Dat geeft u zelf ook rust. Herstel, als dat mogelijk is, het contact met uw vroegere partner en probeer zoveel mogelijk één lijn te trekken. Steun elkaar. Doe het voor de kinderen.
Zijn uw vooruitzichten van het begin af aan slecht, dan is praten over de dood onvermijdelijk. Het kan zijn dat de kinderen willen weten hoe dat gaat, of er niet toch iets aan gedaan kan worden en wat er dan met hen gaat gebeuren.
0011-oslech1 Hoe moeilijk en pijnlijk het ook is, moedig ze aan met hun vragen te komen. Sommige kinderen sluiten zich af of praten liever met anderen. Ook dat is goed. Ze hebben tijd en veiligheid nodig om hun verdriet te kunnen tonen. Elk kind zoekt daarin zijn of haar eigen weg.

Samen terugkijken op alles wat er de afgelopen jaren is gebeurd, kan richting geven aan uw gevoelens en die van uw kinderen. Foto's kijken, huilen, een plakboek maken van mooie en gekke voorvallen, zonder woorden bij elkaar zitten, probeer een manier te vinden die het beste bij u past. Het kan helpen om een (kinder)boek in huis te halen dat de dood als thema heeft.

Misschien is de Achter de Regenboog iets voor uw kinderen. Deze stichting ondersteunt kinderen en jongeren bij het verwerken van het (komende) overlijden van een ouder. Kijk voor meer informatie op www.achterderegenboog.nl.
0011-oslech Ook inloophuizen en begeleidingscentra voor mensen met kanker en hun naasten bieden programma’s voor kinderen en jongeren aan. Kijk op www.IPSO.nl voor een centrum bij u in de buurt.
  • Blijf de kinderen informeren, bereid ze voor op eventuele veranderingen
  • Probeer het concreet en duidelijk te houden. Maak eventueel gebruik van boeken en brochures. Hebben ze begrepen wat hen is verteld?
  • Ga in op vragen en moedig ze aan vragen te stellen aan uw behandelend arts of aan een verpleegkundige
  • Beloof geen dingen die u niet kunt waarmaken
  • Houd oren en ogen open
  • Geef ze eens een extra aai over de bol
  • Hebt u wel eens iets over uw eigen gevoelens verteld?
  • Sommige kinderen (gezinnen) praten nu eenmaal weinig; hindert niets! U kunt immers ook samen naar een film kijken, naar muziek luisteren, naar het bos gaan, etc.
  • Luister naar wat uw kind 'tussen de regels door' zegt
  • Gedichten schrijven is ook praten
  • Op tijd naar bed en gewoon naar school is belangrijk
  • Probeer een veilige sfeer te scheppen waarin de kinderen met hun angsten en verdriet dúrven komen
  • Schroom niet een deskundige te raadplegen
  • Neem de tijd voor leuke dingen. Het leven gaat door.
012-tips